like_disabled
Den Haag ,
03
mei
2018
|
09:00
Europe/Amsterdam

Voorstel EU-begroting: goede basis voor Nederlandse regio’s

Op 2 mei jl. heeft de Europese Commissie haar voorstellen voor het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de periode 2021-2027 gepubliceerd. Hiermee is het officiële startsein gegeven voor de Europese onderhandelingen over wat de EU mag besteden en waaraan. Voor provincies staat hierbij het nodige op het spel. Provincies leveren immers met steun van de Europese fondsen een belangrijke bijdrage aan het aanpakken van Europese uitdagingen rond klimaat, energie, verduurzaming, plattelandsontwikkeling en innovatie.

“De provincies kunnen goed uit de voeten met de Commissievoorstellen. Belangrijke thema’s als innovatie, klimaatverandering, energietransitie en duurzaamheid krijgen de aandacht die zij verdienen. We kunnen hierdoor, ondanks de voorgestelde bezuinigingen op de Europese fondsen, ook na 2021 blijven bijdragen aan de economische en maatschappelijke opgaven waarvoor Nederland dan staat”, aldus Bert Pauli, gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant en voorzitter van de bestuurlijke adviescommissie regionale economie van het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Voor de verdere onderhandelingen doen de provincies een oproep aan het Rijk om samen op te trekken om zo tot een goede deal voor Nederland te komen. Het nettoresultaat van kosten en baten is wat provincies betreft maatgevend. Het gaat er daarbij niet alleen om wat Nederland aan Europa betaalt, maar vooral ook wat Europa voor Nederland in brede zin oplevert. Voor Nederlandse publieke en private partijen is het van belang dat zij aanspraak kunnen blijven maken op de Europese investeringsmogelijkheden die helpen om gezamenlijk de maatschappelijke uitdagingen van Europa aan te gaan.

Europese fondsen: katalysator voor de regionale economie en kwaliteit van het platteland
De 12 provincies van Nederland zijn verantwoordelijk voor het regionaal ruimtelijk-economisch beleid in Nederland, dat voor een deel door Europa wordt bepaald en ondersteund. In de periode 2007-2013 zijn door het regionaal beleid in Europa meer dan een miljoen (extra) banen gecreëerd. In Nederland heeft in deze periode elke 1 euro uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) geleid tot een investering in de regionale economie van 3,34 euro, met een totale investering van 2,76 miljard euro. In de huidige periode 2014-2020 zijn met regionale fondsen in Nederland tot nu toe ongeveer 4.000 startende ondernemers ondersteund om de stap naar de markt te maken. “Europese fondsen zijn voor Nederlandse provincies een effectief middel om de economie structureel te versterken en daarmee het concurrentievermogen te vergroten. Het behoud van de fondsen is daarom van groot belang voor onze toekomstige economische groei en werkgelegenheid, aldus Bert Pauli.

In het plattelandsbeleid staat de combinatie van duurzame landbouw, voedselketen en fysieke kwaliteit van het leefmilieu centraal. Het is een belangrijk instrument om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke opgaven, waaronder de klimaatopgave, van de regio’s. Nederland ontvangt in de huidige periode 6,4 miljard euro uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), waarvan 600 miljoen euro aan plattelandsmiddelen, die uiteindelijk dankzij de inzet van de provincies resulteren in een Nederlandse investeringsimpuls van 1,23 miljard euro. Henk Staghouwer, gedeputeerde van de Provincie Groningen en bestuurlijk dossierhouder GLB van de bestuurlijke adviescommissie Vitaal Platteland (IPO): “Het verschil tussen stad en platteland mag in economisch opzicht niet verder groeien. Het Nederlandse platteland vraagt om een gebiedsgerichte aanpak: maatwerk per regio, afhankelijk van de opgaven. In de huidige periode 2014-2020 is gebleken dat een krachtige regie van de provincies helpt om het platteland doelgericht te kunnen blijven ontwikkelen. Een grotere investering in het plattelandsontwikkelingsprogramma met daarbij een sterke rol voor de regio wordt door provincies gesteund, daarbij is het overigens niet vanzelfsprekend dat provincies alle nationale cofinanciering op zich nemen.”

In de aanloop naar de nieuwe sectorale voorstellen eind mei, vragen de 12 provincies om een evenwichtig Europees regionaal en plattelandsbeleid, dat rekening houdt met de specifieke kenmerken van de Nederlandse regio’s en van het platteland. De Commissie moet in haar analyses in het kader van het Europees Semester de regionale dimensie goed voor ogen houden. Pauli en Staghouwer: “Het is van belang dat onze hotspots van agro-food, tuinbouw, hightech, energie, chemie tot biotechnologie bij kunnen blijven dragen aan het totale concurrentievermogen van Europa. Een sterk regionaal- en plattelandsbeleid met voldoende ruimte voor de decentrale invulling ervan én met ondersteuning voor samenwerking tussen Europese regio’s is daarbij essentieel”.

 

Boilerplate

Meer informatie voor de redactie:

  • Position paper van het IPO inzake het regionaal beleid, februari 2018.
  • Position paper van het IPO op het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, augustus 2017.
  • In de Brochure Cohesiebeleid is een overzicht te vinden van de best practices van EFRO middelen, januari 2018.
  • De Nederlandse provincies hebben zich aangesloten bij de zgn. #CohesionAlliance ter bevordering van een sterk regionaal beleid voor alle regio’s