like_disabled
Brussel/Den Haag,
12
oktober
2020
|
20:26
Europe/Amsterdam

Nederlandse rapporteurs pleiten voor digitale en groene transitie in Europa

Brussel/Den Haag, 12-14 oktober 2020 - Nederlandse regionale en lokale bestuurders presenteren deze week in het Europees Comité van de Regio’s hun adviezen aan de EU instellingen. Zij kiezen voor Europese prioriteiten van een transitie naar een digitale, groene en meer weerbare economie met een sterke rol voor regio, MKB en industrie.

Van 12 - 14 oktober 2020 wordt de 140e plenaire vergadering van het Europees Comité van de Regio’s gehouden. Naast bijdragen van Ursula Von der Leyen en Frans Timmermans namens de Europese Commissie staat er ook een debat gepland met bondskanselier Angela Merkel over de prioriteiten van het Duitse voorzitterschap van de Europese Unie. Daarnaast presenteren vijf Nederlandse rapporteurs hun inhoudelijke adviezen.

Michiel Rijsberman, gedeputeerde in Flevoland, gaat in zijn advies in op de rol die Europese investeringsfondsen kunnen spelen voor innovatieve economische verandering in de regio. Europa investeert miljarden in de regio met bestaande en nieuwe instrumenten. Deze moeten naast crisisherstel, ook worden gebruikt voor de transitie naar een groene, digitale en weerbare economie. Rijsberman: “Overheden moeten goed met elkaar afstemmen hoe ze alle nieuwe EU middelen gaan inzetten. Provincies hebben een centrale rol, omdat daar al deze nieuwe middelen bij elkaar komen. Ook heeft de provincie oog voor het midden- en kleinbedrijf, de motor van onze economie.” Daarvoor roept hij op tot een structurele dialoog.

Tjisse Stelpstra, gedeputeerde in Drenthe, vraagt in zijn advies “actieplan voor nieuwe circulaire economie” specifiek aandacht voor de positie van de lokale en regionale overheden. Daar zit bij uitstek de slagkracht om de transitie naar een circulaire economie ook werkelijk in daden om te zetten. Bovendien worden op lokale schaal de kringlopen rondom bijvoorbeeld water en afval gesloten. Stelpstra pleit daarnaast voor meer Europese inzet om te komen tot een eerlijke grondstoffenregistratie en -verdeling, zodat zowel koplopers als achterblijvers uiteindelijk tot een circulaire samenleving kunnen komen. Om tot realisatie te komen moet volgens Stelpstra innovatie de maat worden voor nieuwe regels. “Wat beter kan, moeten we ook beter doen!” licht Stelpstra toe. “Ambitie is nodig, maar progressie komt alleen als we onszelf verplichtingen opleggen voor gebruik van gerecycled materiaal. Een begrip als afval mag niet meer voorkomen in ons vocabulaire.”

Guido Rink, wethouder gemeente Emmen, is namens het Europees Comité van de Regio’s rapporteur over het Witboek Kunstmatige Intelligentie. Rink onderschrijft het belang dat de Europese Commissie hecht aan zowel het benutten van de kansen als het creëren van vertrouwen in Artifical Intelligence (AI). Het is dan ook belangrijk dat deze twee aspecten niet los van elkaar staan, maar elkaar juist aanvullen. Daarnaast wijst Rink op het belang en de rol van lokale en regionale overheden in AI: “Gemeenten en provincies hebben een uitstekende uitgangspositie als het gaat om het stimuleren van investeringen in AI. De kracht zit in de lokale en regionale samenwerking tussen overheid, bedrijven en inwoners. Europa is belangrijk voor de coördinatie, kennisdeling en het bevorderen van samenwerkingen. Zo kan gezamenlijk bekeken worden welke kansen er liggen voor kunstmatige intelligentie en welke investeringen in de ontwikkeling van AI-toepassingen, ethiek en regelgeving passend zijn. Belangrijk daarbij is dat de menselijke maat altijd centraal staat en dat consumentenrechten, inclusie, non-discriminatie en andere fundamentele rechten gewaarborgd worden.”

Eddy van Hijum, gedeputeerde in Overijssel, presenteert zijn advies over een Europese strategie voor het MKB. Meer dan 70% van de bedrijven in Europa is een mkb-bedrijf. Van Hijum: “Het mkb speelt een grote rol in onze economie en de transities die we in Europa doormaken. Het is belangrijk dat Europese regelgeving het mkb in staat stelt hun cruciale rol te vervullen in deze duurzame en digitale transitie. De mkb strategie kan hierbij helpen.” In zijn rol als rapporteur voor het Comité van de Regio’s zijn vier aanbevelingen opgesteld voor de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad:

  1. Zorg voor meer variatie in, en toegang tot financiering voor het mkb.
  2. Investeer, als EU, in maatschappelijke uitdagingen en maakt aanbestedingen mkb-vriendelijk.
  3. Bestrijd oneerlijke concurrentie van buiten de EU.
  4. Stel regionale hubs instaat om de verbinding te leggen tussen mkb in de regio en de EU.

Eddy van Hijum heeft in samenwerking met Windesheim ook een onderzoeksrapport gepresenteerd over SME beleid in Europa. In het onderzoek wordt ingegaan op de kansen van een beleid met een plaatsgebasseerde benadering, ook in relatie tot herstel van de COVID-19 crisis.

Jeannette Baljeu, gedeputeerde in Zuid-Holland, heeft een advies opgesteld over de nieuwe Europese industrie Strategie. Baljeu: “Sinds het begin van de uitbraak van de COVID-19 pandemie is het meer zichtbaar dat onze waardeketens sterk afhankelijk zijn van elkaar zowel op Europese als op internationale schaal. Deze afhankelijkheid laat zien hoe belangrijk internationale handel is en tegelijkertijd dat wij onze Europese industrie moeten versterken en waar nodig beschermen.” De Europese Industrie Strategie moet volgens rapporteur Baljeu niet alleen inzetten op meer competitiviteit, een slimmer en een groenere Europese economie maar ook op steun voor de industrie om uit de economische crisis te komen. “Dit kunnen we doen door op alle overheidslagen en met allerlei partners samen te werken, steeds meer lokale en regionale ecosystemen te versterken en door grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen. Een plaatsgebonden aanpak met oog voor regionale en lokale diversiteit is onmisbaar voor een competitievere, groene en slimme EU-industrie. “

Tot slot

Naast de presentatie van deze EU adviezen vragen de lokale en regionale bestuurders namens IPO en VNG ook nadrukkelijk aandacht voor de verdere samenwerking met het Rijk. Met het indienen van een nationaal herstelplan kan namelijk Europese steun worden aangevraagd voor hervormings- en investeringsprojecten ten behoeve van bouw, leefomgeving en groen. De snelheid van het proces en opmaak van het nationaal plan vraagt om nauwe interbestuurlijke samenwerking, coördinatie en afstemming tussen alle bestuurslagen en de betrokken departementen. In dit kader verwijzen IPO en VNG naar het Herstelplan Regionale Economie dat vorige maand aan het kabinet is aangeboden: https://nieuws.ipo.nl/herstel-en-versnel/