like_disabled
Den Haag,
25
juni
2020
|
09:57
Europe/Amsterdam

Met z’n allen hard werken voor de natuur en we zijn er nog niet

De publicatie van de bevindingen van het Planbureau voor de Leefomgeving in haar tweede Lerende Evaluatie van het Natuurpact gebeurt in een bijzondere tijd. De afgelopen maanden ervaren we dat de natuur een belangrijke bron van ontspanning is voor veel Nederlanders. Maar natuur is meer dan ontspanning: het houdt ons land gezond en is noodzakelijk voor het economische herstel. Daarvoor is wel een robuuste en veerkrachtige natuur nodig.

Het Natuurpact bevat de afspraken tussen de provincies en het Rijk over onder meer het vergroten en versterken van het Natuurnetwerk en de benodigde middelen hiervoor. Het realiseren van het Natuurnetwerk is daarmee een belangrijke strategie uit het Nederlandse natuurbeleid; in de Lerende Evaluatie heeft het PBL zich vooral op deze strategie gericht. Uit het rapport van PBL blijkt dat met het huidige tempo de natuurdoelen nog niet overal worden gehaald. Zij concludeert ook dat de afronding van het natuurnetwerk in 2027 zonder wijzigingen in de aanpak lastig wordt, aangezien het tempo van de uitbreiding vertraagt. De bevinding dat de realisatiesnelheid minder wordt en vraagt om extra inzet delen de provincies. Zij ervaren dat er druk staat op het gebruik van de publieke ruimte. Door die druk is het een hele opgave om gezamenlijk te komen tot het gewenste resultaat. Om de opgaven in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn te realiseren is een samenhangende aanpak nodig gericht op vermindering van de stikstofdepositie, verbetering van de waterkwaliteit en beschikbaarheid van voldoende water, betere inrichting van natuurgebieden en het creëren van extra leefgebied buiten het natuurnetwerk.

Daarom moet er nog een schepje bovenop om de natuur goed te beschermen. We willen gezamenlijk werken aan een natuurinclusieve samenleving. Met Nederland Natuurpositief hebben we vorig jaar herfst al aangegeven dat er meer nodig is om de kwaliteit van de natuur te verbeteren. In het programma natuur, dat provincies en Rijk met maatschappelijke partijen en andere overheden opstellen, krijgt deze aanpak vorm. De conclusies en aanbevelingen van PBL betrekken wij bij dit programma.

Gedeputeerde Anita Pijpelink uit Zeeland spreekt namens de gezamenlijke provincies als ze zegt: “Uit allerlei onderzoeken blijkt dat mensen gelukkiger en gezonder worden als ze in de natuur zijn. Daarom moeten we er goed voor zorgen. De afgelopen jaren hebben we al diverse maatregelen genomen om de biodiversiteit in natuurgebieden te herstellen. Maar daarmee zijn we er nog niet. We moeten met zijn allen aan de slag om extra natuurgebieden te ontwikkelen. Dat is geen luxe, maar pure noodzaak. Iedereen vaart wel bij een goede biodiversiteit. Landbouwers, producenten, handel, consumenten. We zijn allemaal onderdeel van het ecosysteem. In deze tijd heeft de bescherming van natuur dan ook alles te maken met andere beleidsterreinen. Denk bijvoorbeeld aan de aanpak van stikstof en klimaatadaptatie. De aanpak van natuurherstel is dan ook het meest effectief is als we combinaties zoeken met deze opgaven. Gelukkig zijn er volop kansen om natuur en economie hand in hand te laten gaan.”

Natuurherstel vraagt onverkort de aandacht en de provincies hebben hierin een belangrijke taak. In de regio kun je namelijk het beste natuurbeleid maken. Daar liggen de verbindingen met anderen en met andere opgaven, die de basis vormt van een succesvolle aanpak. Met Minister Schouten (LNV) zijn provincies en andere partners daartoe in goed overleg om in het najaar een samenhangend Programma Natuur op te stellen.